Gewas biologische aardappelen Foto: BioRomeo

Uitdagingen en kansen voor agrarische sector in nieuwe wereldwijde trend gmo-vrij voedsel

22 februari 2017 Door bbuizer
Blog
door Bertus Buizer (Buizer Advies)      28 januari 2016   – update:  22 februari 2017 –

Nieuwe gentechnieken in de plantenveredeling leiden ons af van de werkelijke problemen in de voedselvoorziening. Moet het onderzoek door Wageningen Universiteit daarom niet anders? En kan het ook niet zonder gmo’s in veevoeders?

Het areaal gmo-gewassen heeft sinds 1996 een grote vlucht genomen. De meest toegepaste vorm van genetische modificatie is transgenese. Daarbij worden genen uit een andere soort ingebracht. Inmiddels zijn er nieuwe vormen van genetische modificatie ontwikkeld, zoals cisgenese, waarbij het DNA met soorteigen genen wordt gemodificeerd, en nog weer nieuwere vormen, zoals CRISPR-CAS9 en ODM. Daarbij worden bepaalde genen van de plant zelf door inzet van bacteriën (CAS9) uitgeschakeld of verzwakt, bijvoorbeeld om een bepaalde ziekteverwekkende eigenschap van een plant te verzwakken of misschien zelfs uit te schakelen.

Aanpassing Europese gmo-richtlijn nodig
Deze nieuwe gentechnieken en de daaruit verkregen producten vallen volgens IFOAM, de overkoepelende organisatie van de biologische sector in de EU, binnen de werkingssfeer van Richtlijn 2001/18/EG. Die richtlijn omschrijft een genetisch gemodificeerd organisme (gmo) als “een organisme waarvan het genetische materiaal veranderd is op een wijze welke van nature door voortplanting en/of natuurlijke recombinatie niet mogelijk is”. De richtlijn is volgens IFOAM aan herziening toe, omdat die 15 jaar lang niet is aangepast en er ondertussen nieuwe vormen van genetische modificatie zijn ontwikkeld.

Draagvlak voor gmo-gewassen neemt af
De grote biotech-bedrijven (Monsanto, BASF, Syngenta) denken daar anders over, want die zien het draagvlak voor gmo-gewassen bij boeren, burgers en politici in Europa verder afnemen. Zij willen het met de nieuwe gentechnieken anders aanpakken. Die mogen wat hun betreft dan ook niet meer tot gmo-gewassen worden gerekend. Het areaal gmo-gewassen groeide weliswaar uit van enkele miljoenen hectare in 1996 naar 200 miljoen hectare in 2014, maar het aantal gmo-gewassen dat in de praktijk op grote schaal wordt geteeld, is beperkt gebleven. Het betreft voornamelijk soja (het grootste gmo-gewas), maïs, katoen en koolzaad. De grootste toename vond plaats in de Verenigde Staten, Brazilië en Argentinië.

Ook het aantal landen waarin gmo-gewassen worden geteeld is relatief klein. In 27 van de in totaal 195 landen in de wereld worden ze geteeld. Sinds 2013 neemt het aantal landen met gmo-gewassen af. In Europa en Noord Afrika is er heel weinig of geen maatschappelijk draagvlak voor genetische gemodificeerde gewassen. En Rusland heeft deze in de loop van 2015 ook afgezworen. Van de 28 Europese lidstaten hebben 19 landen eerder in 2015 al voor een landelijk verbod van gmo-teelten gekozen. Daaronder zijn Nederland, Frankrijk en Duitsland, Polen, Italië, Oostenrijk en Schotland.

Roep om gmo-vrij voedsel is nieuwe trend
Consumenten letten naast de smaak steeds meer op de wijze waarop het voedsel geproduceerd wordt, welke impact die heeft op de gezondheid, de biodiversiteit en het milieu. De roep om gmo-vrij voedsel is een nieuwe internationale trend geworden. Ook in de Verenigde Staten groeit de weerstand tegen producten van gmo-gewassen snel. Daar uit zich dat in een snelle groei van de vraag naar biologische producten, omdat gmo-producten niet gelabeld zijn en dus niet met het oog te onderscheiden van gmo-vrije producten.

In Duitsland, groot exportland van Nederland, dringen supermarkten er tegenwoordig steeds harder op aan, dat koeien waarvan hun zuivelproducten afkomstig zijn geen genetisch gemodificeerd voeder meer krijgen. Zuivelcoöperatie Arla, die in ondermeer Duitsland, Zweden en Denemarken haar leden heeft, verwacht dat deze trend zal overwaaien naar andere afzetmarkten en stuurt melkveehouders nu in de richting van gmo-vrij voeder (Bron: Vilt Nieuws, 18 mei 2016).

In Boerenbusiness van 23 maart 2016 is te lezen dat de Europese sojagigant Donau Soja / Danube Soya, die de belangen van soja producerende landen in de Donau regio behartigt, als speerpunt heeft gmo-vrije soja te produceren voor menselijke consumptie en veevoer.

Een vrouw bewerkt haar veld in de Mount Kenya regio                                                           Bron: CIAT

Een land als Ghana heeft nu grote problemen met de export omdat biotech-bedrijven daar gmo-gewassen hebben geïntroduceerd, waar de Europese landen waarheen Ghana voorheen altijd veel exporteerde niet van willen weten. Daarmee is nu een deel van de markt van de veelal kleine boeren weggevallen, met alle financieel-economische en sociale gevolgen van dien. En ook van boeren in Burkina Faso is bekend dat zij grote problemen hebben met genetisch gemodificeerde gewassen.

In maart 2016 heeft India een manier gevonden om Monsanto het land uit te werken. De Indiase regering besloot toen namelijk de royalties drastisch te verlagen die lokale bedrijven voor de genetisch gemodificeerde katoenzaden van Monsanto betalen. De Indiase katoentelers klaagden over te hoge kosten die Monsanto hen in rekening zou brengen.

En stel je voor, dat wij het islamitisch georiënteerde land Algerije verliezen als (jarenlang) de grootste (in 2016 de op een na grootste) afnemer van onze pootaardappelen? Het land importeert geen gmo-gewassen. Wat schieten we dan op met cisgenese om pootaardappelen resistent te maken tegen de aardappelziekte? Algerije is al vele jaren onze grootste importeur en was in 2015 goed voor een vijfde van onze totale pootaardappelexport.

Kansen voor de Nederlandse agrarische sector
Voor de Nederlandse agrarische sector ligt er in de nieuwe trend naar gmo-vrij voedsel een grote kans om zich te profileren als producent en toeleverancier van hoogwaardig gmo-vrij uitgangsmateriaal (zaaizaad en plant- en pootgoed), dat voldoet aan de lokale vraag en dat geschikt is voor een rendabele teelt in de regio. Nederland heeft op dit specialistisch terrein veel kennis en ervaring in huis en heeft daar internationaal een grote naam mee opgebouwd. Dit land heeft niet voor niets wereldfaam als grootste exporteur van pootaardappelen ter wereld en als exporteur van groenten- en bloemenzaden. Ook voor veel Nederlandse akker- en tuinbouwbedrijven biedt dit grote perspectieven, namelijk voor (stam-)selectie en vermeerdering.

Foto-Biologische-aardappel-veld-2-juli-2013-land-020---Foto-BioRomeo-Web-2

Foto: Biologisch aardappelgewas in de Noordoostpolder                           Bron: BioRomeo

Agrarische sector kan beter niet lijdzaam toekijken
Wij moeten vooral niet lijdzaam blijven toekijken wat biotech-bedrijven met steun van Wageningen-UR voor ons voorkoken op het gebied van nieuwe gentechnieken. Ik vind die rol van Wageningen-UR zeer bedenkelijk. In plaats van gmo-gewassen zonder gedegen langjarig onderzoek veilig te verklaren voor de gezondheid zou de universiteit onderzoek moeten doen naar de mogelijkheden van een goed masterplan om Nederlandse agrarische sector, inclusief de veredelingssector en Nederlandse kweekbedrijven (klein en groot) succesvol in het perspectief te plaatsen van de werkelijke vraag van landen, boeren en consumenten. Daarbij moeten wij vooral niet aanleunen tegen biotech-bedrijven. De beloften die zij in de afgelopen 25 jaar hebben gedaan hebben ze niet waargemaakt. Argentinië bijvoorbeeld, vanouds een landbouwnatie die 75 jaar geleden nog een van de welvarendste landen ter wereld was, en de afgelopen jaren een van de grootste groeiers wat betreft de teelt van gmo-gewassen, is nu zo goed als bankroet. Gmo-gewassen helpen daartegen blijkbaar niet echt. Sterker nog, ze leiden ons af van de werkelijke problemen in de voedselvoorziening. Dat zijn vooral de toenemende degradatie van de bodem en de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering.

Bedreiging voor boeren en burgers
Maar ook al wordt een aantal nieuwe gentechnieken misschien niet tot Europese gmo-richtlijn gerekend, dan nog kunnen ze voor boeren en burgers een bedreiging zijn. In de eerste plaats moet uit onafhankelijk peer-reviewed onderzoek in een gerenommeerd wetenschappelijk blad nog blijken dat deze nieuwe gentechnieken op lange termijn geen nadelige invloed hebben op gezondheid, natuur, biodiversiteit, voedselzekerheid, enzovoort. Van de oudere gentechniek transgenese die tot nu toe voornamelijk is toegepast, ontbreken die publicaties overigens ook nog steeds.

Ook voor de nieuwe gentechnieken worden patenten aangevraagd. En patenten kosten geld, veel geld. Daardoor komen de patenten vooral in handen van grote corporaties, de grote biotech-bedrijven. Dat gaat ten koste van de kleinere veredelaars, die patenten niet kunnen betalen, maar die wel beperkt worden in het gebruik van planteigenschappen uit nieuwe rassen, zoals dat in Europa met de kwekersvrijstelling geregeld is. Er heerst nu voor de CRISPR-CAS9-techniek nota bene al meer dan een jaar lang een patentenoorlog.

Grote corporaties en TTIP
In de Verenigde Staten zijn het de grote corporaties zoals Monsanto die ook de grootste zeggenschap hebben over de voedselvoorziening, zoals het geval is bij de grote supermarktketen Wal-Mart. Dan te bedenken dat Nederlandse boeren en tuinders nu al de dupe zijn van de toename van de macht van de grote supermarkten. Als daar ook nog eens grote corporaties een meerderheidsbelang in gaan nemen, dan kunnen alleen de grote bedrijven overleven die het goedkoopst produceren. Kleinere bedrijven en biologische bedrijven zullen het dan niet kunnen volhouden. Dat is dan helemaal in de lijn van wat die grote corporaties willen, zo blijkt in de VS. Als we niet oppassen zou een eventueel TTIP hiervoor wel eens de weg naar Europa kunnen plaveien.

Uitdaging voor Nederlands voorzitterschap van de EU
Het is goed dat Nederland haar voorzitterschap van de Europese Unie (eerste zes maanden van 2016) heeft benut om in ieder geval de kwekersvrijstelling uit de gevarenzone te halen. Wij kunnen met onze agrarische sector de boeren en consumenten in Europa, ja wereldwijd een nieuw perspectief bieden. Behalve een goed masterplan ontwikkelen moeten we dan ook laten zien dat we ook werkelijk gmo-vrij produceren. Kan het daarom ook niet zonder gmo’s in veevoeders? Dat zal in de praktijk wel even pijn doen. Maar pijn is er nu al. Erger nog: de melkveehouderij, varkenshouderij en pluimveehouderij bevinden zich in een crisis, de melkveehouderij zelfs meer nog dan in crisisjaar 2009. Maar als akkerbouwers en tuinders zich meer toe kunnen leggen op hoogwaardige teelten voor de voorziening van gmo-vrij zaaizaad, plant- en pootgoed in plaats van op de teelt van laagprijzige bulkproducten, kan er op de Nederlandse akkers meer ruimte komen voor de teelt van eiwitrijke veevoeder gewassen. De opbrengstprijzen daarvan zullen toenemen omdat de import van veevoeders voor een groot deel wegvalt. Dat komt ook de stikstof- en fosfaatkringlopen ten goede en schept dan meer kansen voor de grondgebonden veehouderij. Zo kan dan ook de afroming van fosfaatrechten in de melkveehouderij van tafel en misschien wel het hele begrip fosfaatrechten. Zie ook mijn cri de coeur naar de Nederlandse veehouders: maak ‘Nederlandse veehouderij geheel gmo-vrij’

* Bertus Buizer is manager van het bedrijvennetwerk Organicseeds.nl en voorzitter van de Sustainable Food Supply Foundation

De oorspronkelijke versie van dit artikel is op 29 januari 2016 verschenen in Boerderij Vandaag, op 5 februari 2016 in Friesch Dagblad en op 10 februari 2016 in “Wij maken Nederland!”.

Een verkorte versie van dit artikel is op 29 januari 2016 gepubliceerd in de digitale nieuwsbrief van Boerderij Vandaag onder de titel: “Nieuwe gentechnieken in plantenveredeling geven bedreigingen én kansen”